Work in progress

22.03.2021

De lente ontluikt opgloeiend – onderschat daar vooral het dikwijls schijnbaar platgedrukte belang niet van, meer nog in deze flagrant warrige tijden. Ofschoon het weldra allicht nog werkelijk aprilse grillen sneeuwen kan. Een ‘blog’ wordt parmantig zonder franjes op touw gezet. Na ernstig beraad weliswaar, weinig eclatant. Dat heet afgezien daarvan nauwelijks wereldschokkend te zijn, in dit geval misschien eerder ongeveer hemeltergend – evident volstrekt waarachtig alleszins. Toch acht onderschrevene de geest voldoende rijp. Het verlangen priemt genadeloos nadrukkelijk. Te pas en te onpas zal ook hij – jawel – als denkelijk goeddeels soevereine geest oorbaar z’n vuurtoren laten schijnen over gevarieerde en vaak allerminst doorsnee onderwerpen, verre van lukraak uit het leven geplukt, maar zoals een volbloed chroniqueur de vinger stevig aan de pols geklemd, en al dan niet gevleugelde of louter vermolmde anekdotiek – petites histoires zo je wil – (on)gefilterd een panoramisch virtueel (tweedehands) leven bezorgen. Bijtijds gewikt en gewogen, dat stellig. Knoestig ook, nu en dan ontluisterend een breekbare stroll down Amnesia Lane tot op het bot, halvelings ten prooi aan de eigen benevelde melancholie. Zelden heilige huisjes, amper taboes, desondanks met veel ontzag neergepend (onnodig kwetsen staat slordig!), zonder zelfgenoegzame odeurs. Geen bloedstollende saga’s, wel waargebeurde fabels van vlees en bloed, ludiek met veel vintage-tierlantijnen, bovenal menselijk en flink gekruid via relativering en glimpen zachte ironie mitsgaders spitse humor. Kwestie van het pathetische klaagzanggehalte gelijkmatig te reduceren. Geen aandrift voelend ten andere om overal iets over te zeggen hebben. Desondanks eveneens een poging om fatsoenlijk met zichzelf in het reine te komen, tig varkentjes te wassen en katjes te geselen, z’n curieuze identiteit scherp te stellen en toch ook prozaïsch bij de les te blijven. Mocht dat althans nodig blijken.

Tot medio april voor meer.